101 Redenen om Niet te Sporten

Héél soms schiet het naar mijn bol. Dan haal ik me ineens in mijn hoofd dat ik vóór werktijd wel kan hardlopen. Alles bereid ik dan voor, ik zet de wekker, hardloopkleding wordt alvast uit de kast getrokken en ik ga op tijd naar bed vol goede moed. De volgende ochtend gaat dan die wekker en schieten er nog slechts een gedachte door mijn hoofd: ‘ik wil slapen!’. Daarmee wordt die wekker met één druk op de knop uitgeschakeld en blijf ik waar ik ben, in mijn warme bed.

Grof vuil
Zo zonde toch, dat ik met regelmaat vol goede moed bedenk dat ik dit keer écht vroeg op ga staan om hard te lopen en eigenlijk nooit tot het daadwerkelijk rennen kom. Zeker nu in de wintermaanden, nu het vroeg donker is en ik liever niet meer in mijn eentje over staat ren. Juist nu is het zo handig om in de ochtenduren te gaan. De harde waarheid is dat er wel 101 redenen te bedenken zijn om niet te gaan sporten. Die lijken altijd zo veel overtuigender dan de redenen om wel te gaan sporten. Een goed voornemen verdwijnt dan ook met regelmaat in de prullenbak, als grof vuil tussen de eerdere goede voornemens die ik aan de kant heb geschoven. Dat spelletje was ik inmiddels wel eens zat en daarom ging ik afgelopen week voor dag en dauw de kou in om mijn benen te strekken.

Ter ondersteuning van mijn nieuwe goede voornemen las ik het boek 101 Redenen om Niet te Sporten Maar het Wel te Doen . Een boek vol herkenbare excuses om juist niet te gaan sporten: Ik ben te moe, sporten kost zoveel tijd, het is koud buiten, ik sport niet als het regent, ik heb net gegeten, mijn sportkleding zit in de wasmachine, ik ben ongesteld… ik ken en gebruik ze allemaal, deze lame excuses! Het boekje liet me op satirische wijze zien hoe slecht deze excuses dan ook wel niet zijn. Oh zo pijnlijk, maar waar! Ik had nu echt geen excuses meer om in mijn bed te blijven liggen… er moest gesport worden.

Opborrelende tegenzin
Hoe vastberaden ik op zondag dan ook was dat ik maandagochtend vroeg naast mijn bed zou staan om te gaan rennen, bleek die uitwerking opnieuw minder simpel. Ik sliep een paar dagen bij mijn ouders en had hen al ingelicht over mijn challenge. Ik zou een paar kilometertjes door de weilanden banjeren de komende twee ochtenden dat ik wakker werd bij hen. Een betere stok achter de deur dan de social check kun je toch niet hebben. De wekker ging en direct borrelde mijn tegenzin al op bij het naar buiten kijken. Het was nat en koud en oh ja… was het normaal dat ik zó moe was? Ik voelde nog wat spierpijn van de hockeywedstrijd van de dag ervoor… misschien kon ik toch beter binnen blijven vandaag?

Terwijl het boek me aanstaarde vanaf mijn nachtkastje begon ik met tegenzin mijn slechte gedachtes naar de achtergrond te dringen en mijn hardloopkleding aan te trekken. Dan maar een extra laagje aan tegen de kou en een warme douche achteraf om weer bij te komen. Nog wat treuzelend stond ik in de woonkamer tijd te rekken om naar buiten te gaan, maar ook dat kon ik niet langer rekken toen mijn ouders me met bedenkelijke blikken aankeken ‘gaat ze nou nog rennen of niet?’ Er zat dus er niets anders op dan de kou te trotseren.

Van energy boost naar energy lose
Als ik dan ga vind ik het altijd heerlijk! Kou of niet, beweging doet je goed. Vooral omdat ik voor het ontbijt aan de ren ging, kon ik mijn energielevel direct weer aanvullen tot een goed niveau met het eten achteraf. Ik haalde er zowel meer energie uit de eerste dagen. Helaas ging dat niet op voor de hele week. Omdat ik nog steeds weinig koolhydraten eet, begon ik halverwege de week toch wel wat verschijnselen te merken van energie tekorten. Tijdens het rennen kreeg ik steken in mijn buik en op dag vier daalde mijn energielevel zo ver dan ik niet verder kwam dan een schrale twee kilometer. De steken in mijn buik waren ondragelijk. Op vrijdag was het zelfs zo erg dat ik van vermoeidheid nog een been uit bed kon krijgen. Het energielevel was gedaald tot ver onder nul. Ook de weegschaal liet me het effect zien van dit toch wel ongezonde gedrag: ruim 2 kilo lichter in een paar dagen. Dat is leuk natuurlijk, maar mijn lichaam was het duidelijk niet eens met de combinatie van mijn nieuwe gewoontes.

Volhouden
Het desem brood werd dus in huis gehaald en dat deed wonderen. Alle pijn was verdwenen tijdens mijn hockeywedstrijd op zondag. Bij sporten hoort nou eenmaal het eten van koolhydraten en eigenlijk vond ik dat helemaal niet zo erg. Ik heb zelfs een nieuw eetpatroon voor mezelf bedacht. Op de dagen dat ik niet sport houd ik me aan mijn koolhydraat arme voeding en de dagen dat ik wel sport eet ik desembrood bij de lunch om mijn koolhydraten aan te vullen.

Nu ik de toon heb gezet is het natuurlijk wel een kunst om mijn gewoonte vast te blijven houden. Ik heb een schema gemaakt voor mezelf waarin ik op minimaal 2 ochtenden in de week de wekker wat vroeger zet om te gaan rennen. Met de naderende hockey winterstop zal dat aantal binnenkort nog iets omhoog geschroefd gaan worden. Mijn 101 excuses boek blijft stellig op mijn nachtkastje liggen om me eraan te herinneren dat ik die bucketlist marathon niet ga lopen op basis van mijn slechte excuses. Tijd om het vuilnis buiten te zetten dus. Overboord met die slechte gewoontes!

Wil jij ook het boek 101 Redenen om Niet te Sporten Maar het Wel te Doen! van Andra Laarhuis hebben? Vertel ons dan op Facebook jouw slechtste smoes om niet te sporten en maak kans op één van de vijf exemplaren die we verloten!