Om er maar geen doekjes om te winden… dit is een blog over hardlopen en poep. Als je dat vies vindt, of je bent een man en je leeft somehow in de veronderstelling dat vrouwen niet poepen, dan kun je dit blog beter niet lezen. Voor iedereen die wél doorleest, zal ik mijn best doen het zo beschaafd mogelijk te houden, maar dan heb ik alvast gewaarschuwd!

Samengeknepen billen

Sinds ik ben begonnen met lange afstanden lopen, heb ik echt enorm veel voordelen ontdekt van het rennen: meer energie, ik voel me fitter, mijn conditie is veel beter geworden. Maar… ik heb ook wel degelijk een nadeel ontdekt. Het schijnt zo te zijn dat veel vrouwen er last van hebben en dat er nog niet echt ontdekt is hoe het kan, maar menig lezer zal mijn probleem herkennen: diarree tijdens het hardlopen!

Je leest het goed. Door al dat gehobbeldebobbel van je darmen, kan het nog wel eens voorkomen dat je halverwege je route met samengeknepen billen verder moet. En wat doe je dan? Doorrennen? Een struikje opzoeken? Aanbellen bij een vreemde? Allemaal niet optimaal natuurlijk! Maar niets doen is óók geen optie!

Er is geen houden meer aan

Ik kan er maar beter eerlijk over zijn… Ook ik heb er soms last van en natuurlijk juist vaak op de momenten dat het net lekker gaat. Juist de dagen dat ik me heb voorgenomen om een flink stuk te gaan lopen, krijg ik van mijn darmen een onaangename verrassing. Ik heb alles tot in de puntjes verzorgd! Mijn outfit is precies goed (niet te warm, niet te koud), mijn spieren gaan helemaal soepeltjes over het asfalt en dan ineens, na een kilometertje of 6 a 7, begint de drang te komen. Eerst denk je dan nog ‘gewoon negeren. Niet aan denken, dan gaat het vanzelf wel weg’. Maar 500 meter verder is de drang alleen maar erger en beginnen de krampen op te spelen. Het voelt een beetje alsof de boel geëxplodeerd is van binnen. Want waar je 40 minuten geleden nog zo je best deed om vóór het rennen je problemen achter je te laten, lukte het toen voor geen meter. Nu is er geen houden meer aan! Je MOET poepen!

Het probleem begon bij mij net voor We Own The Night. Ik had net een flinke buikgriep gehad, dus ik dacht eigenlijk dat dit aan elkaar gelinkt was. Gewapend met Imodium tabletten heb ik WOTN gerend. Ik heb ze gelukkig niet nodig gehad, maar alleen al de angst dat het mis zou kunnen gaan, laat je niet echt lekker lopen. Want ook al stonden verspreid over de route voldoende dixie’s, ik ben daar dus gewoon niet zo’n fan van! Al helemaal niet als je een dubbele race loopt (if you know what I mean). Als ik dat scenario kan voorkomen, graaaaag!

Je vuile werkje lozen

Maar goed, dat was een race van 10 kilometer en ik ben er inmiddels achter dat die buikgriep niets te maken had met mijn darmvloed tijdens het rennen. Over anderhalve maand moet ik al weer 16 kilometer rennen en over 2,5 maand zelfs 21 kilometer. Dat red ik echt niet met samengeknepen billetjes hoor! Het zweet breekt me al uit als ik er aan denk!

Maar ook mijn trainingen zijn al een probleem. Ik train nu al niet meer altijd in het Vondelpark, want al die rondjes ken ik inmiddels wel uit mijn hoofd. Om wat afwisseling te hebben in mijn route, loop ik nu met regelmaat op andere plekken. Zo liep ik afgelopen zondag langs de Amstel. 20 minuten fietsen bij mijn huis vandaan. Even snel naar huis rennen zit er echt niet in dan. En als je iets niet wilt, is het aanbellen bij een van die prachtige kasten van huizen daar, om daar jouw vuile werkje te lozen. Ik zou het niet eens durven!

Of ik last heb van diarree bedoel je? Ja natuurlijk!

En dus moest ik op zoek naar een oplossing! Er zijn zoveel vrouwen die lange afstanden rennen, hoe lossen zij dit probleem op? Ik vroeg het aan een vrouw uit mijn hardloopgroepje. Zij heeft al twee marathons gelopen en traint nu voor de derde. Het leek me zo, dat zij ergens in haar hele cyclus toch wel ooit voor hetzelfde probleem gestaan moet hebben. Heel voorzichtig sneed ik het onderwerp aan “Als jij zo’n lange afstand rent hè, heb je dan ook wel eens last van je darmen?” Doodnormaal keek ze me aan “of ik last heb van diarree bedoel je? Ja natuurlijk! Dat is heel normaal als je lange afstanden loopt.” Bingo! En toen durfde ik het haar dus ook wel te vragen “maar wat doe je er aan?”

De grote tip die zij mij meegaf, was voornamelijk géén vezelrijk voedsel eten op de dag dat je gaat rennen. Geen havermout dus, maar wit brood met jam, bananen, eieren, kwark en noten. Voor je gaat rennen moet je minimaal twee uur niets meer gegeten hebben. Stop de boel dicht dus! En doe je best om de inhoud kwijt te zijn voor je aan je run begint.

Drie witte boterhammen met jam

Het klinkt logisch en dus ben ik dat afgelopen week maar eens gaan proberen. Op zondagochtend at ik als ontbijt drie witte boterhammen met jam. Met moeite hoor, want aangezien ik al geen grote brood-eter meer ben, is witbrood wel echt uit den boze. Laat ik maar niet beginnen over de mierzoete suiker-rijke jam. Als het werkt, dan werkt het, probeerde ik mezelf maar wijs te maken tijdens het eten. Na afloop at ik nog een banaan en een gekookt eitje en zat vervolgens twee uur te wachten tot ik dan eindelijk mijn voorgenomen 13 kilometer kon gaan rennen.

Als ik iets tussen mijn billen had staan zondag, dan was het wel angstzweet. De gehele route scande ik de bosjes af naar een eventuele plek in geval van nood. Dit deed ik ongeveer de eerste 25 minuten van mijn run. Toen ik eenmaal voelde dat de boel rustig bleef van binnen, kon ik stukje bij beetje mijn angsten loslaten en gaan genieten van de prachtige route. Uiteindelijk heb ik zonder problemen de 13 kilometer aangetikt! Nergens last van! Nou durf ik dus niet met zekerheid te zeggen of dit echt de volledige oplossing is voor dit nare probleem, maar tot nu toe, is mijn experiment geslaagd. Ik zet de trend nog even door dus, hopend dat dit mij zonder problemen naar de finish van de Damloop gaat brengen volgende maand. En daarna natuurlijk nog die halve marathon…