Ken je dat? Dat er iets gebeurt en dat je achteraf baalt van jouw eigen reactie. Je bedenkt dan achteraf allerlei dingen die je had kunnen zeggen in plaats van hetgeen je eigenlijk zei, of dingen die je had kunnen doen maar niet deed. Ik ben zo iemand die me op dat soort momenten plechtig kan voornemen om het volgende keer echt anders te doen, mocht de gegeven situatie zich nog een keer voordoen. Zo deed ik dit ook drie jaar geleden. Luister en huiver!
Waar het allemaal begon
Drie jaar geleden woonde ik nog in Utrecht, in een prima wijk met een prachtige hardloop route. Dat rondje liep ik dan ook regelmatig. 52 Challenge bestond nog niet, maar gek genoeg bevond ik me in een fase in mijn leven waarin ik geen challenges nodig had om mezelf te motiveren te gaan rennen op belachelijk hete dagen als deze. En dus vertrok ik ook toen, op een veel te hete ochtend voor een rondje langs het Amsterdam-Rijnkanaal, in mijn korte broekje en luchtige hemdje. Nog vrij dicht bij mijn huis werd ik aangehouden door een man in een auto die mij om de weg vroeg. Als (destijds nog) trotse Utrechter, kon ik hem die weg natuurlijk perfect uitleggen en deed ik dat dus ook. De man luisterde voor geen meter en probeerde me alleen maar aan de praat te houden. Toen hij me uiteindelijk ‘liet gaan’ sloot hij zijn dankwoord af met de woorden “en renze nog, met je lekkere kont!”
Perplex was ik! 1-op-1 stond ik met die man op straat en ik wist totaal niet wat me overkwam of wat ik met de situatie aan moest. En ik kon dan ook niet anders dan de man aanstaren en iets uitkramen als “nou ja! Zoiets zeg je toch niet? Dat kan echt niet hoor!”. En nadat de man was doorgereden en ik nog zo’n 6 kilometer over had om het incident te overdenken, besloot ik dat ik een veel stoerder antwoord zou geven volgende keer. Maar die volgende keer, kwam de daarop volgende drie jaar niet. Tot ik vorige week, wederom op een wat broeierig warme dag een rondje ging rennen.
Incidentje 2
Sinds ik in mijn nieuwe huis woon en ik mijn trainingsschema weer langzaam aan het opschroeven ben, ren ik steevast hetzelfde rondje. Het is een prettig rondje, door een parkje en door een woonwijk, een stukje langs het water en vervolgens een klein stukje door een bebost stukje park. Ik liep aan het eind van mijn rondje, door het beboste stukje, toen ik ineens een hand op mijn billen voelde knallen. De hand werd gevolgd door een ventje van een jaar of 14 op een fiets die hard lachend er vandoor ging samen met zijn ‘handlanger’. En opnieuw was ik perplex! Want hoe warm het ook is en hoe kort mijn broekje ook mag zijn… die handen, die horen niet op mijn billen! Maar opnieuw wist ik niets zinnigs uit te brengen en schreeuwde ik een lullige “idioot” achter de twee pubers aan. Geen hele stoere reactie en opnieuw kon ik nog een klein stukje mijn actie reactie doordenken tijdens het hardlopen. Dit moest toch beter kunnen!?
En het liefst had ik gehad, dat ik opnieuw drie jaar mijn reactie had kunnen overdenken, maar helaas kwam het moment van de waarheid een stuk sneller dichterbij dan ik had gedacht. Dat moment was gisterochtend. Bloedje heet, zoals jullie zelf allemaal wel weten, en dus was ik gekleed in een zwarte rok tot mijn knieën en een shirtje zonder mouwen. Klaar om naar kantoor te gaan en dus geen overdreven blote toestanden met dit idiote weer. Ik was bezig met het van het slot halen van mijn fiets, toen in een hand op mijn onderrug voelde. Zo net ter hoogte van het begin van mijn bilspleet zeg maar. Een totaal onverwachte hand, die opgevolgd werd door wat onverstaanbaar gebrom.
Numero 3
Je zult hopelijk begrijpen dat ik vreselijk schrok! En in plaats van een ferme “handen thuis klootzak!” of een “blijf van me af gek!” kermde ik een wat ongemakkelijke “OH!” uit. Met het hart in mijn keel draaide ik me om en daar stond ik oog in oog met mijn betaster, die nu iets duidelijker mompelde dat ik er keurig uit zag. Vervolgens liep hij door, mij achterlatend met mijn hart in mijn keel. Op de fiets onderweg naar mijn werk had ik opnieuw tijd om dit incident te overdenken. What just happened? Stelde ik me aan, of had ik groot gelijk dat ik vond dat die kerel zijn handen thuis had moeten houden?
En opnieuw had ik weer mijn woordje niet klaar gehad. Ik had niets bedacht en ik was niet in staat om in mijn schrikreactie mijn woede te uiten naar deze onbeschofte man. En dat zette me aan het denken. Stel nou he, dat ik deze week toch nog ergens ongewenst betast wordt, wat zou ik dan zeggen? Zou ik dan nu eindelijk in staat zijn om mijn mannetje te staan en deze mannen op hun plek te zetten met hun belachelijke gedrag?
#Hitteplan
Wie misschien een beetje social media heeft gevolgd deze week heeft vast de hashtag #hitteplan voorbij zien komen. Alle grappige tips om de komende week in de hitte door te komen. Nou was ik eigenlijk van plan om mijn eigen #hitteplan voor jullie te schrijven vandaag. Over hardlopen in de hitte enzo, maar mijn frustratie overwon het vandaag. Maar toch, nu ik zo aan het eind van mijn blog ben gekomen zie ik dat het toch een soort van #hitteplan is… een #hitteplan voor mij en jou en voor alle mannen die moeite hebben met het thuishouden van hun handen. Want beste mannen, mocht de hitte komende dagen nou toch naar jullie hoofd stijgen en je de onbedwingbare behoefte voelen om nog één keer je handen ongewenst op mijn billen te leggen, dan heb ik nu na drie jaar eindelijk de manier om je op je plek te zetten. Na drie keer falen zal ik je beloven dat de vierde keer raak is. Maar liever zou ik gewoon tegen jullie willen zeggen: #handenthuis!
Sharing is caring:
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op Pinterest te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend)
Related posts
Over Esther
Esther schrijft blogs over moederschap, gezond eten, sporten en weer zichzelf worden na de bevalling van haar zoontje in 2018. Haar doel voor 2019? Back in shape komen en haar oude niveau op sportgebied weer bereiken.