Met lood in mijn schoenen naar de Via Gladiola

Afgelopen week hoorde ik een dame op de radio vertellen over doorzettingsvermogen. Zij zei dat doorzettingsvermogen een begrip is zonder concrete definitie. Dat het begrip gevormd wordt aan de hand van de persoon en de situatie die zich voordoet. Als ik dit verhaal een week geleden had gehoord, had ik deze dame wellicht voor gek verklaard. Inmiddels kan ik deze uitspraak wel begrijpen. Uiteraard challengen wij onszelf iedere week. Sommige challenges gaan vanzelf, anderen hebben ‘doorzettingsvermogen’ nodig. Afgelopen week deed ik een challenge waar ik al maanden naar toe aan het werken ben. Hoewel ik ook al maanden vastberaden was om deze challenge te volbrengen, heb ik deze week een heel nieuw soort doorzettingsvermogen in mijzelf ontdekt. Afgelopen week ging ik zwaar door het stof. Waarvoor? Voor één medaille! Afgelopen week liep ik de Nijmeegse Vierdaagse.

Voorbereidingen
Het kan de vaste lezers niet ontgaan zijn dat ik druk bezig ben geweest met het voorbereiden van de Vierdaagse de afgelopen maanden. Wandelen, wandelen en nog eens wandelen. Mijn challenge van week 16 ging over het trainen van vroeg opstaan. Dit alles met het doel die vier dagen durende tocht uit te lopen. Het concept is simpel: 4 dagen achter elkaar 40 kilometer lopen. De uitvoering bleek zo veel malen moeilijker dan gedacht.

Dag 1: Vol goede moed
Vol goede moed begon ik samen met zo’n 42.000 andere wandelaars aan de mars der marsen. Alles was nog leuk. Het uitgezwaaid worden door hordes dronken studenten, joelende mensen langs de weg, die voor dag en dauw waren opgestaan om ‘ons wandelaars’ aan te moedigen. Iedereen praatte honderd uit over de komende vrijdag, waarop we zouden finishen. We hadden immers allemaal getraind, dus uitlopen was een formaliteit. Dat dacht ik dus ook. Tot, zo rond een uur of negen, die brandende zon door begon te komen, ik nog geen moment op mijn eigen tempo had kunnen lopen in de menigte en al die getrainde kilometers in het niet leken te vallen bij de tocht die we nu liepen. Strompelend kwam ik die dag over de finish. Oververhit en pijn aan mijn spieren. Na één dag had ik al heel veel pijn! De moed zakte me letterlijk in mijn lelijke wandelschoenen. Hoe moest ik dit in hemelsnaam nog drie dagen volhouden?

Dag 2: Tranen met tuiten
Om eerlijk te zijn ben ik de woensdag alleen gestart om niet al na de eerste dag uit te vallen. Ik wist eigenlijk wel zeker dat ik dag twee niet uit zou lopen. Ik was roofbouw aan het plegen op mijn lichaam en het was alleen nog de vraag hoeveel kilometer ik zou lopen voor de bezemwagen mij op zou pikken. Vechtend tegen mijn tranen liep ik de eerste tien kilometer, kleine gesprekjes voerend met de mensen om me heen en heel langzaam een klein beetje moed verzamelend om aan de volgende tien te beginnen. Na een massage raakte ik gek genoeg ik een positieve flow en begon ik er langzaam vertrouwen in te krijgen dat ik de tweede dag ook zou volbrengen. Met hele pijnlijke spieren en één blaar strompelde ik die dag wederom over de finish. Jankend belde ik mijn moeder op “ik ben binnen!”.

Dag 3: Zeven helse heuvels
Iedereen zegt het: als je de eerste twee dagen hebt overleefd, dan loop je die laatste 80 kilometer ook uit. Met die spirit begon ook ik aan de derde dag. De tranen had ik inmiddels weggestopt. Ik kon alleen maar wensen dat ik hetzelfde kon doen met de pijn. De derde dag betekent de beruchte zeven heuvelen trotseren. Die liggen helaas niet aan het begin van de route, maar aan het eind. Wanneer de pijn tot op het maximale in je benen is doorgedrongen, moet je nog over zeven flinke heuvels sjouwen. Geen makkie, maar met alle mensen om je heen kom je toch een heel eind. Zo’n eind zelfs, dat ik ze alle zeven heb overgestoken en ook dag drie de finish heb aangetikt. Three down, one more to go!

Dag 4: Via Gladiola
Op dag vier zie je iedereen strompelend richting de start lopen. “Nog één dagje” hoor je overal om je heen. En dat dan de hele route blijven herhalen en herhalen en herhalen. Net zo lang tot je dan eindelijk over die beruchte Via Gladiola mag lopen. Toegejuicht worden door honderden, misschien wel duizenden, mensen. Na vier hele zware dagen vol pijn, vermoeidheid en keer op keer mezelf weer moeten motiveren, bleek het dan ook een onmogelijke opgave om mijn tranen binnen te houden. Wie de foto boven deze blog bekijkt zie de dikke ogen die mijn emotie van dit moment verraden. Maar dat is misschien ook niet zo gek. Ik heb die verdomde tocht gewoon gered. I nailed it!

Niet alleen heb ik afgelopen week de welbekende Vierdaagse-medaille in ontvangst genomen, ook heb ik mijn grenzen verlegd. Veder zelfs dan ik verwacht had dan ik zou kunnen. Uiteraard zou ik dat nooit gekund hebben zonder veel lieve steun van vrienden en familie om me heen. Naast het vele afzien heb ik ook echt een topweek gehad. Zingen met soldaten, zwaaien en klappen naar toeschouwers, lachen met mede wandelaars en uiteraard het welverdiende biertje aan het eind van de week. Ik heb heel vaak de vraag gekregen “volgend jaar weer?”. Hoewel ik drie dagen heel hard heb geroepen dat ik dit nooit meer ga doen, kijk ik er achteraf heel anders op terug. Volgend jaar in ieder geval niet, maar wie weet ga ik die helse – en stiekem mega leuke – tocht ooit nog eens afleggen. Zeg nooit nooit!