Als ik iets heb geleerd afgelopen jaren, sinds om mij heen steeds meer vrienden kinderen krijgen, is dat ik geen oordeel moet hebben over andere ouders. En dan eigenlijk over het gedrag van die koters en de reactie daarop van die ouders. Waar je vroeger (toen het leven mét kind nog mijlenver uit het zicht was) heel gemakkelijk kon denken ‘houd je kind eens in bedwang zeg!’, snap je nu ook wel dat die moeder ook even helemaal geen raad meer weet met de situatie of die vader weet dat als hij het even laat begaan het sneller voorbij is dan wanneer hij ingrijpt. Waarschijnlijk dachten zij ook voor ze kinderen kregen dat hun kind nooit een scène zou gaan schoppen in de supermarkt. But boy he did! En hoewel ik, als aanstaande moeder, nog vol illusies kan zitten over hoe dat mij nooit gaat overkomen (net zoals dat onze muren nooit ondergetekend zullen worden, mijn kind altijd netjes dankjewel zal zeggen en hij het nooit zal laten merken als hij een cadeau niet leuk vindt), kan ik er donder op zeggen dat ook mijn kind niet dat eerste perfecte kind ter wereld gaat zijn. Ook mij gaan die onmogelijke momenten overkomen. Dat hoort erbij! Maar er zijn natuurlijk dingen waar ik wél invloed op heb en dat is mijn eigen mama-gedrag. En er zijn dingen van ik nu van denk, nu ik nog geen moeder ben, dat ik zo’n moeder echt van zijn lang-zal-ze-leven nooit zal gaan worden…
1. De wereldvreemde moeder
En daarmee bedoel ik dan zo’n moeder die extreem veel tijd doorbrengt met haar kinderen. Daar is op zichzelf natuurlijk niets mis mee, behalve dan als je zo iemand wordt die dan vervolgens alleen nog maar over kinderen en kinderliedjes en kinderkwaaltjes en kinderkleertjes en kinderfeestjes kan praten. Zo’n moeder die geen idee geeft wat er nog meer gebeurt in de wereld of überhaupt bij vrienden om haar heen. Zo’n moeder die vergeten is dat ze ook nog vrienden heeft zonder kinderen die helemaal niet op haar oneindige kindergekwebbel zitten te wachten. Bah bah!
2. De ‘no shame in the game’ moeder
Dat zijn dan van die moeders die schaamteloos praten over dingen waar ze vroeger nooit over gepraat zouden hebben. Om maar eens iets te noemen: babypoep. Ik kan me niet voorstellen dat er vrouwen (of mannen) in de wereld zijn die interesse hebben in de substantie, kleur of geur van de poep van jouw baby. Misschien dat je jouw eigen moeder daar nog mee kunt verblijden als trotse oma, maar verder zijn dit echt gesprekken die ik hoop te vermeiden zodra mijn kleine poepmachine geboren is.
3. De ‘iedereen ‘lastigvallen’ met foto’s van je kind’ moeder
Ondanks dat ik natuurlijk het gaafste mens ter wereld geboren ga laten worden, zijn er toch echt maar 5 mensen op deze planeet die het daar mee eens zijn (zijn vader en de opa’s en oma’s natuurlijk). Verder is er niemand die mijn kind zo über-geweldig gaat vinden als ikzelf. En hoewel ik me dat nu mega besef, hoop ik dat dat besef blijft zodra ik strondverliefd 1000 foto’s per dag maak van mijn kleine man. 1000 foto’s per dag maken is natuurlijk geen zonde, maar die foto’s ongegeneerd delen op social media of met iedereen die er niet eens om vraagt is dat wel! Sommige mensen (wellicht zelfs de meeste mensen) zitten helemaal niet zitten te wachten op zo’n eindeloze stroom kiekjes van mijn koter.
4. De ‘weet je hoe je dat beter kunt doen’ moeder
Dit begint niet eens bij het moederschap, dit doen mensen eigenlijk altijd je hele leven lang. Toen ik mijn puppy vers van de fokker had opgehaald kreeg ik allemaal goedbedoelde rotadviezen van andere hondeneigenaren over de opvoeding van mijn hond. Nu ik zwanger ben krijg ik te horen hoe ik straks het beste mijn kind kan opvoeden en als dat kind er straks is, krijg ik vast en zeker nog veel meer van die ongevraagde adviezen. Het ding is… ik en de vader van mij kind maken keuzes omdat wij die prettig vinden. Dat betekent dat wij ons kind op onze manier opvoeden, zoals wij denken dat dat goed is. Dat betekent niet dat vrienden dat op dezelfde manier doen. Dus als ik mezelf ooit hoor zeggen ‘weet je hoe je dat beter kunt doen?’ dan hoop ik oprecht dat ik mijn mond eindeloos met zeep ga spoelen. Want mocht ik dat ooit zeggen, dan ben ik geworden waar ik zelf zo’n enorme hekel aan heb!
5. De ‘de juf mag mijn kind niet opvoeden’ moeder
Waar ik echt een hekel aan heb is als ouders vinden dat anderen hun kind geen standje mogen geven. Laten we eerlijk zijn, kinderen zijn kinderen. En kinderen doen dingen die niet mogen. En dan voornamelijk als jij even niet kijkt of er even niet bij bent. Het is als kind dan toch juist belangrijk dat er iemand is die zegt dat er grenzen zijn in het leven. Iemand die je kind leert dat stoute dingen doen consequenties kan hebben. En als ik niet in de buurt ben om mijn kind die les te leren, dan hoop ik dat er andere mensen zijn die deze rol tijdelijk voor mij overnemen. De moeder van een vriendje, de sporttrainer of de juf. Allemaal mensen aan wie ik mijn kind later ga toevertrouwen. Ik hoop dan ook dat ik nooit zo’n moeder ga worden die op hoge poten voor de juf komt te staan om verhaal te halen waarom mijn zoon straf heeft gekregen. Ik hoop het zo!
Er zijn vast en zeker nog heel veel meer punten die ik kan benadrukken, maar dan wordt deze blog zo lang 😉 Ik ben uiteraard wel heel benieuwd naar wat voor moeders jullie allemaal niet willen worden. Of erger nog, moeders die jullie niet wilden worden maar toch zijn geworden! Want je snapt natuurlijk dat ik dit lijstje er over een jaartje ofzo weer bij pak om eens te kijken hoeveel van bovenstaande punten ik ook echt niet geworden ben. Ik ben benieuwd!
Sharing is caring:
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op Pinterest te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend)
Related posts
Over Esther
Esther schrijft blogs over moederschap, gezond eten, sporten en weer zichzelf worden na de bevalling van haar zoontje in 2018. Haar doel voor 2019? Back in shape komen en haar oude niveau op sportgebied weer bereiken.