Daar is ‘ie dan toch: medaille nummer acht! Lang verwacht en nu dan eindelijk toch gekregen. Afgelopen zondag liep ik voor de tweede keer de Maliebaanloop in Utrecht. Een kleinschalige loop die qua parcours niet superspannend is. Je loopt namelijk steeds hetzelfde rondje en er staat, behalve bij de start en finish, praktisch niemand langs het parcours. Wat de feestvreugde echter wel verhoogde was de deelname van mijn nicht, vriend en Esther én de aanmoedigen van mijn ouders langs de kant.

Ik weet nu waar ik sta

Dat de hardloopgenen echter niet aan mijn kant van de familie zijn geëindigd werd mij zondag goed duidelijk, want mijn nicht heeft de tien kilometer gewoon in 46:07 gelopen. Wat een toptijd! Dat staat dan even in schril contrast met mijn finishtijd van 1:04. Ben ik daarmee tevreden? Niet perse, maar ik ben er ook niet echt ontevreden over. Zoals mijn nicht mooi zei: “Je weet nu wel waar je staat qua conditie.” En daar heeft ze helemaal gelijk in. De laatste keer dat ik een lange duurloop liep was namelijk de Damloop in september. Daarna heb ik nog één keer een vijf kilometer gelopen. That’s it. Wat kun je dan van jezelf verwachten?

Tijdens de run denk ik er echter niet zo realistisch over na en dat werkt me dan behoorlijk tegen. Zo kreeg ik zondag een korte hyperventilatiesessie op kilometer zeven en ook net voor kilometer negen heb ik even gewandeld. Mijn schenen voelde ik op dat moment toch een beetje in de fik staan. Het feit dat ik deze loop dus nog zo goed heb doorstaan, geeft wel blijk van mijn redelijke algehele conditie. Toch iets om trots op te zijn! Daarbij: die medaille is gewoon binnen en dat is waarvoor ik überhaupt meedeed.

Medaillestress

Het liefst had ik nu net zoals Esther volledig op schema gezeten. Het had heel lekker gevoeld om in de tiende maand van 2016 daadwerkelijk tien medailles op zak te hebben. De challenge heet immers ‘twaalf medailles in twaalf maanden’. Ik heb er echter na tien maanden geen tien, maar acht en dat geeft me toch een beetje ‘stress’. Nu liggen er twee oorzaken ten grondslag aan mijn achterstand. Allereerst ben ik pas later in de challenge ingestapt. Het was in eerste instantie namelijk Esther haar challenge, maar na vijf runs gelopen te hebben, was ik ook besmet met de medaillekoorts. Ik wilde ook graag twaalf medailles hebben! De tweede oorzaak van mijn achterstand is een blaasontsteking waardoor ik twee weken geleden de Singelloop aan mij voorbij heb moeten laten gaan. Met die medaille erbij had ik mijn achterstand iets in kunnen lopen. Helaasch.

De druk ligt dus wel hoog om in de laatste twee maanden van het jaar ‘nog even’ vier medailles binnen te slepen. De stress zit ‘em voor mij dan voornamelijk op het gedeelte van blessurevrij blijven. Mijn schenen zijn namelijk nog steeds een beetje geïrriteerd en dus ligt een shin splints blessure wederom op de loer. Dat alles gezegd hebbende, heeft het gelukkig geen negatief effect op mijn motivatie. Ik heb bijzonder veel zin in die laatste vier lopen. Helemaal in de Zevenheuvelennacht én -dagloop. Iedereen verklaart mij voor gek, maar mij lijkt het echt een té toffe ervaring. Op zaterdagavond loop ik dan een zeven kilometer run en op zondag de vijftien kilometer. Mooie oefening voor de halve marathon van Parijs in maart dacht ik zo 😉 Ik weet dat ik met deze twee runs in één weekend veel van mezelf ga vragen, maar ik weet ook dat ik het kan in een slakkentempo. En daar ben ik oké mee!

Maliebaanloop