hardloopdip

Over een kleine drie weken sta ik aan de start van de Dam tot Dam loop en moet ik tien Engelse mijl al rennend afleggen. Dat klinkt voor de hardloopfan onder ons als muziek in de oren en ik was ook die mening toebedeeld. Er is alleen één probleem; ik vind hardlopen momenteel stom! Ik zit in een hardloopdip nadat ik twee maanden niets heb kunnen doen vanwege een bovenbeenblessure. Daarom was het mijn 52Challenge van deze week om over deze dip heen te komen door deel te nemen aan de tien kilometer kick-off run van de Utrecht Science Park Marathon.

Ordinaire paniekaanval

Zo gezegd, zo gedaan. De groep waarin ik liep, ging alleen te snel voor me. Stiekem had ik verwacht dat ik het wel zou volhouden, ik liep immers voor mijn blessure sneller dan een uur! Ik hield het alleen niet vol en merkte toen ik bijna op de vijf kilometer zat dat ik steeds verder afzakte en steeds minder lucht kreeg. Van alles schoot erop dat moment door mijn hoofd. “Ik hou het niet vol,  zie je wel dat je het niet kunt, ik krijg geen lucht, ik sta middenin Bunnik, als ik nu stop weet ik niet waar ik heen moet, ik krijg geen lucht, ik heb geen telefoon mee, mijn vriend zit in een snellere groep, er ligt een steen op mijn borst, ik weet zijn nummer helemaal niet uit mijn hoofd, hardlopen is stom, ik krijg geen lucht.”

Er gebeurde toen iets met me wat ik nog nooit heb gehad en dat volgens mij niet meer dan een ordinaire paniekaanval was. De steen op mijn borst werd steeds zwaarder en ik kon gewoon geen adem meer krijgen. Diep inademen lukte niet meer en ik het enig dat ik nog kon was heel gênant kreunen en piepen. Gelukkig was daar de ‘bezemwagen-meneer’ op zijn fiets, hij fietste als verkeersregelaar al de hele tijd achter ons aan en zei: “Ik laat nooit iemand achter.” Nou dat vind ik fijn meneer!

De ene voet voor de andere

Daar stond ik dan; piepend en kreunend met allerlei nare gedachten die door mijn hoofd heen spookten. Hoe moet ik nu verder? Heel simpel, door de ene voet voor de andere te zetten en te luisteren naar mijn eigen tempo. Wat de rest doet, moeten ze helemaal zelf weten. Ik ben hier de belangrijkste toch?!

Op kilometer acht bedacht ik me ineens iets. De hardloopdip komt voornamelijk omdat ik niet af wil gaan. Helemaal wanneer je in zo’n groepje loopt, voelt het echt als een teleurstelling als je niet mee kunt komen. Niemand wil de laatste zijn… Daarnaast heb ik ook nog eens de drang om altijd sneller te willen gaan dan de vorige keer. Soms lukt dat echter niet en moet je tevreden zijn met hetgeen dat wél lukt. Dat betekent echter niet dat hardlopen per definitie stom is.

Ik loop voor mezelf

Als laatste over de streep komen vond ik natuurlijk vreselijk. Ik schaamde me kapot, maar weet je wat: fuck it! Ik doe het gewoon wel! Na mijn ik-krijg-geen-lucht-debacle heb ik wel de draad weer opgepakt en heb ik de resterende vijf kilometer in één keer uitgelopen. Ik had ook bij de bezemwagen-meneer achter op de fiets kunnen gaan zitten of in de laatste anderhalve kilometer vals kunnen spelen door een short cut te nemen. Dat heb ik allemaal niet gedaan en dus ben ik best trots dat ik in één uur en twee minuten over de finish kwam. Fuck de rest, fuck alle gedachten; ik loop het voor mezelf! Die medaille is van mij!