Vierdaagse

Ik denk dat als je spanning hebt en je wilt perse slapen, niets je gaat helpen om dit te doen. Zelfs niet twee valdispert, slaapspray voor het kussen, ontspanningsoefening én een slaappil. Man, wat een beetje spanning niet met je kan doen. Uiteindelijk ben ik op de avond voor de Nijmeegse Vierdaagse na half 10 in slaap gevallen om vervolgens rond half 12 weer wakker te worden. Waar ben ik, wat doe ik hier, moet ik al, hoe laat is het? Het is me gelukt om weer in slaap te vallen, maar om half 3 was de koek op. Ik had welgeteld vier uur geslapen en daarmee moest ik het maar gewoon doen. Kan me moeilijk nog even omdraaien 😉

Alle spanning viel na de officiële start van de Vierdaagse van me af. Mede dankzij de benevelde studenten langs de kant. Zij zorgden voor een grote lach op mijn gezicht. Die lach verdween alleen wel snel doordat er na vier uur wandelen al blaren op m’n voeten kwamen. Bij de eerste de beste verzorgingspost van het Rode Kruis zijn we eraf gegaan. Prikken, tapen en door. De pijn in m’n voeten viel op zich nog mee, maar ik voelde na 40 kilometer wandelen dat er op andere plekken op m’n voeten ook dingen aan het groeien waren. Na de finish werd duidelijk dat mijn beide kleine tenen, hakken en de knobbels van mijn grote tenen voor zichzelf waren begonnen. Kut. Waarom gebeurt dit op de eerste dag? Ik kon mij met nog 37.564 anderen melden bij de blarenpoli. Prikken, tapen, tranen en door.

Diepe dalen op de tweede dag

Op de tweede dag begonnen onze voeten serieus pijn te doen. We moesten op deze dag hele lange, saaie stukken lopen. Daar had iedereen ons al voor gewaarschuwd en er kwam inderdaad geen einde aan de dag. Man, wat had ik het zwaar met mezelf nadat we zo’n 30 kilometer hadden gelopen. Ik zag het oprecht niet meer zitten. Het was heet, mijn poten deden pijn en mijn vaatje met happy dust was aardig aan het leegraken. Hoe doen al deze mensen dit? Jaar in, jaar uit. Ik snap er niks van. We zijn toen gestopt voor een kom soep en hebben even met de benen omhoog gezeten. Dat kwam mijn gemoedstoestand zeer ten goede. We konden weer!

Na de finisch bleek dat ik inmiddels vier kleine tenen en vier paar hakken had gekregen. Onder het tape waren de blaren gewoon weer volgelopen. Na twee uur gewacht te hebben bij de blarenpoli heb ik vervolgens anderhalf uur op de behandeltafel gelegen. Het tape moest er eerst afgehaald worden met wasbenzine en daarna werden de blaren leeggezogen met een spuit. Au, au, au! De tranen hebben rijkelijk over mijn wangen gestroomd. Ik moet trouwens wel zeggen dat de mensen van het Rode Kruis de echte helden van de Vierdaagse zijn. Ze staan daar allemaal snoeihard als vrijwilliger te werken. Wauw!

Een natte start van de derde dag

Op de ochtend van dag drie waren mijn voeten officieel ontploft. Waar ik normaal ruimte tussen mijn tenen heb en je mijn botjes in mijn voet kunt zien, was dit allemaal verdwenen onder een dikke laag vocht. Ik heb die klompvoeten gelukkig nog wel in mijn schoenen weten te proppen. De start van de dag was helaas nogal nat. De regen kwam met bakken uit de hemel en mijn schoenen waren al snel doorweekt. Diezelfde ochtend hebben we gelukkig tijdens twee grote buien kunnen schuilen bij mensen langs de kant. Daarna hebben we onszelf opgelapt met een kom soep. Inmiddels zag je praktisch alle wandelaars gebruik maken van paracetamol en ibuprofen en ook bij ons waren deze twee snoepjes niet aan te slepen. Het gekke hieraan vind ik dat het als volkomen normaal wordt gezien. Het is normaal dat je de Vierdaagse wandelt met pijnstilling. Ik vind dat echt heel raar…

Ons tempo was op de derde dag drastisch gedaald en we hebben er dan ook twaalf uur over gedaan. Vooral het laatste gedeelte over de Zevenheuvelenweg viel mij zwaar. Die heuvels zijn echt geen bergen, maar wel als je al meer dan 130 kilometer hebt gelopen. Aan het einde van dag drie heb ik dan ook wederom een goed potje zitten janken. Nog één dag… Nog één dag wandelen… Dat kruisje is van mij!

Jankend over de Via Gladiola

Stapje voor stapje, beetje bij beetje. Op de een of andere duistere reden hebben wij ons door de laatste dag gesleept. Geen idee hoe. Eenmaal bij Cuijk aangekomen, was het ‘nog maar’ vijftien kilometer. Een punt waar wij naar uit hadden gekeken. Er werd ons namelijk verteld dat je vanaf Cuijk op handen gedragen werd. Nou, ik kan je vertellen dat dat een dikke leugen is. Ik heb geen handen gezien en mijn voeten deden nog net zoveel pijn als daarvoor. Het klopt wel dat het langs de kant supergezellig is. Hoe vaak we wel niet de liedjes hebben gehoord die sinds de Vierdaagse op de verbodenlijst staan, is niet op twee handen te tellen. “Liever te dik in de kist”, “Jij krijgt die lach niet van mijn gezicht”, “Leef, alsof het je laatste dag is”, “En we gaan naar linkssss”… Alles kwam voorbij. Tien kilometer voor de finish stonden mijn schoonouders op ons te wachten met de eerste gladiolen. Ik moest natuurlijk weer huilen….

En toen liepen we ineens op de Via Gladiola. De straat waar het allemaal om draait. Het einde is in zicht, we konden het kruisje al bijna in onze handen voelen! Mijn ouders stonden op de Via Gladiola op ons te wachten met nog meer gladiolen en uiteraard moest ik weer huilen. Hand in hand gingen mijn vriend en ik uiteindelijk over de finish. Mijn hemel… Het is gewoon gelukt, we hebben 200 kilometer gewandeld in vier dagen. Wat ben ik trots op ons!

Eens, maar nooit meer

Ik heb tijdens de Vierdaagse zo intens in pieken en dalen geleefd. Het ene moment vond ik het supermooi. Al die blije mensen langs de kant, soldaten die liedjes zingen, de gesprekken die je onderweg hebt met vreemden, de liefde die je krijgt van mensen langs de kant, de grappen die ik samen met mijn vriend heb gemaakt en ga zo maar door. Het volgende moment was echter weer superkut en zag ik het niet meer zitten. Lopen met pijn, gigantische blaren, dikke poten… Op die momenten vroeg ik me af waarom ik hieraan mee doe. Waarom vraag ik zoveel van mijn lichaam? Wat is het nut van deze hele actie? Waarom doe ik mezelf dit aan?

Eén ding weet ik na vorige week zeker: dit doe ik nooit meer! Ik hoef mezelf niet tot ver over mijn eigen grenzen uit te dagen. Dat is gewoon nergens voor nodig, ik hoef niks te bewijzen. Dat heb ik nou al wel gedaan denk ik zo. Voortaan zal ik eerst twintig nachtjes slapen over zulke grote fysieke uitdagingen. Dan zal ik mezelf afvragen of ik er echt plezier uit ga halen, want dat vind ik het belangrijkst. Afzien en pijn lijden hebben na de Nijmeegse Vierdaagse in ieder geval een nieuwe betekenis gekregen. Eens, maar nooit meer. Voor iedereen die van plan is om de Vierdaagse te gaan lopen volgend jaar heb ik dan ook één tip: slaap er nog eens twintig nachtjes over…